Toen mijn grootmoeder stierf, veranderde alles. Niet alleen verdween haar warme aanwezigheid uit ons leven, maar tegelijk verdween ook mijn grootvader. Niet letterlijk, maar wel figuurlijk. Mijn ouders verbraken het contact met hem en met die keuze verloren zij misschien een moeilijke relatie maar ik verloor iets anders — iets wat niemand toen leek te zien.
Ik was zeven. En ik verloor op dat moment niet alleen mijn grootmoeder, maar ook mijn grootvader.
Hij was geen grootvader zoals in kinderboeken: niet degene die op zondag taarten bakte of me op sleeptouw nam naar het park. Hij was eerder de stille, trotse pater familias. Iemand die zijn liefde toonde in blikken, niet in woorden. Die altijd een zekere afstand hield, maar waarvan ik — zelfs als kind — voelde dat er iets achter die afstand zat. Verdriet, misschien. Of liefde, voorzichtig verpakt.
Ik was het enige meisje van wie hij peter was. Dat betekende iets voor hem. Dat voelde ik. Hij was er niet vaak maar als hij keek, keek hij met iets in zijn ogen wat ik pas jaren later begreep: erkenning. Een stille fierheid. En misschien zelfs een connectie die hij zelf niet goed wist te benoemen.
Wat er precies speelde tussen hem en mijn ouders weet ik niet. Ik was te jong om het te begrijpen, en te stil om vragen te stellen. Maar de breuk tussen hen voelde voor mij als een onzichtbare kloof waar ik middenin viel. Niemand vroeg me hoe ik me voelde. Niemand merkte het verlies op dat voor mij zo tastbaar was. Als kind werd ik meegesleurd in een keuze die ik nooit zelf kon maken.
En dus bleef ik achter met vragen. Met gemiste momenten. Met het verlangen om mijn grootvader echt te leren kennen — zijn verhalen, zijn wereld, zijn wijsheid. Om te begrijpen wie hij was, los van de spanningen tussen generaties. Maar dat werd me ontnomen, in stilte, zonder afscheid.
Soms denk ik nog aan hem. Aan hoe het geweest zou zijn als ik hem had mogen kennen zoals ik dat wilde. Misschien hadden we samen kunnen zwijgen in een kamer vol boeken. Misschien had hij me dingen kunnen leren die niemand anders me kon vertellen. Misschien had ik, in zijn rustige aanwezigheid, een stukje van mezelf beter begrepen.