Over rouw om wat er nooit écht was
Moederdag komt elk jaar weer terug. Voor sommigen is het een dag van warmte, van herinneringen, van verbondenheid. Voor anderen – waaronder ikzelf – is het een dag die schuurt. Een dag die iets zichtbaar maakt wat vaak stil blijft: het gemis van een moederband die nooit echt veilig of vanzelfsprekend was.
Het is geen dag van uitbundige emoties, maar eerder van iets zachts en zwaars tegelijk. Een rouw misschien. Niet om iets wat ik ben kwijtgeraakt, maar om iets wat er nooit helemaal is geweest. En juist daarom dringt het zich op. Niet luid, maar wel voelbaar – onderhuids, in kleine steken, in dat bekende knagende gevoel vanbinnen.
De schaduw van Moederdag
Op Moederdag voel ik dat gemis vaak wat sterker. Niet omdat ik haar persé mis zoals ze was, maar omdat deze dag onderstreept wat er ontbrak: geen diepe verbondenheid, geen veilige basis, geen liefde die als vanzelfsprekend voelde.
Wat ik zocht in haar, heb ik later in mezelf moeten zoeken. En dat is niet makkelijk. Het kost tijd. Vallen en opstaan. Grenzen leren voelen, mildheid oefenen, jezelf toestaan te bestaan zoals je bent.
Niet goedpraten, wel begrijpen
Ik geloof ergens dat ze deed wat ze kon, vanuit haar eigen bagage, haar eigen pijn. Maar soms is liefde die bedoeld is, niet genoeg als ze niet aankomt. En dan kun je nog zo je best doen om te begrijpen, het verandert niets aan wat je als kind gemist hebt.
Wat ik probeer, is niet alles goed te praten. Wel probeer ik te erkennen dat het ingewikkeld mag zijn. Dat liefde niet zwart-wit is. En dat het oké is om ruimte te maken voor dat ongemak.
Mijn manier van herdenken
Moederdag is voor mij geen dag van vieren, maar ook niet van boosheid. Het is eerder een dag van even stilstaan. Bij wat was en bij wat er niet was. En bij de vrijheid die ik heb om nu zélf te kiezen hoe ik verder wil. Met zachtheid. Met grenzen. En soms ook met afstand, als dat nodig is om mezelf te beschermen.
Misschien is dat mijn manier van herdenken. Niet haar idealiseren. Niet haar veroordelen. Maar de waarheid vasthouden zoals ze is – zonder hardheid, zonder versiering. En in die eerlijkheid ook ruimte maken om mezelf met iets meer liefde te benaderen.